De wereld van familiebedrijven is vaak even intens als intiem. Je bouwt samen iets op, maar het kan ook knetteren in de onderlinge verhoudingen. Keukenarchitect Corné Snoep weet er inmiddels alles van. Hij werkte jarenlang in een familiebedrijf, maar staat nu op eigen benen. Met een schat aan ervaring en een scherp oog voor detail richt hij zich volledig op zijn klanten en de toekomst.
Fotografie: Bert Salari

Corné Snoep is min of meer per toeval de keukenbranche ingerold. Hij was jong, creatief, maar had na school geen idee wat hij wilde doen. “Winkelervaring had ik wel, ik heb altijd gewerkt. Mijn broer – acht jaar ouder – werkte in een keukenwinkel en nam mij eens mee naar de zaak. De keukenwereld sprak me direct aan.”
“Vervolgens ben ik in de fabriek van Keller in Roosendaal beland. Ik deed er bijna twee jaar verkoop. Toen die afdeling werd opgeheven, bleef ik over. Samen met wijlen Martin Zoon vulde ik showrooms in, ontwierp ik en maakte ik magazines. In 2009 had ik een goed netwerk opgebouwd en ontdekte ik: klantencontact en ontwerpen, dát is wat ik het leukst vind.”
Snoep besluit voor zichzelf te beginnen, maar koos een ietwat ongelukkige tijd: 2009, midden in de financiële crisis.
“Niet de makkelijkste tijd om te starten, maar ik geloofde erin. Samen met mijn broer zette ik een eigen keukenformule op. Eerst in de weekenden, maar al snel serieus met een showroom.”
“We hadden maar vijf keukens, ruim opgezet en met meer oog voor de aankleding en de rest van het interieur. We besteden veel aandacht aan details die je elders niet kon vinden. Klanten kwamen binnen en zeiden meteen: ‘Hèhè, dit wil ik zien.’ Dat was precies wat we wilden bereiken.”
Succes met een rafelrandje
Toch was het ondernemerschap niet alleen rozengeur en maneschijn. “In een familiebedrijf werk je intensief samen, maar mijn thuissituatie veranderde”, herinnert Snoep zich. “Ik ontmoette een vrouw van buitenlandse afkomst. Zij en haar zoontje hadden hulp nodig met de taal en hun plek in Nederland. Al snel kregen we ook samen een kindje. De werktijden van mijn broer en ik liepen uiteen en dat leidde tot onbegrip naar elkaar.”
“Omdat we daarnaast ook ieder onze eigen visie op de zaak ontwikkelden gedurende deze jaren, besloot ik om afscheid te nemen van mijn bedrijf. Ik stapte natuurlijk niet zomaar op. Ik wilde het bedrijf netjes achterlaten.”
“Je bouwt iets samen op, dat gooi je niet zomaar weg. Tegelijkertijd moest ik zelf ook verder.”
“Vanwege een concurrentiebeding mocht ik drie jaar lang niet werken binnen een straal van veertig kilometer rond het oude bedrijf. Pas sinds augustus 2025 ben ik weer volledig vrij. En eerlijk: dat voelt als een opluchting. Die oude tijd ligt nu achter mij. Ik kan weer vooruit.”
Eigen werkwijze
Tegenwoordig profileert Snoep zich als keukenarchitect voor het midden- en hogere segment. Zijn core business is het ontwerpen van keukens, met een knipoog naar interieurs. “Dat moet je soms uitleggen aan klanten. Twintig jaar geleden schakelde je namelijk alleen een interieurontwerper in als je steenrijk was. Dat is niet meer zo.
“Ik ontwerp keukens die je in een keukenshowroom meestal niet vindt. Daarbij kijk ik naar het totaalplaatje. Vaak is namelijk een interieurarchitect ingeschakeld en die heeft al een moodboard gemaakt. Waar showroomverkopers vastzitten aan hun assortiment en margedeals, heb ik die beperking niet.”
“Ik heb niets te verkopen. Ik zit echt naast de klant, in plaats van tegenover de klant.”
“Het is mijn taak om iemands wensen, gewoonten en manier van leven te vertalen naar een ontwerp. Het liefst met een wow-factor, zodat je echt iets bijzonders in huis hebt staan. Maar altijd met oog voor de praktijk. Ik wil dat een klant blij wordt van het gebruiken van de keuken, niet alleen van de eerste indruk.”
Pietje precies
Wie denkt dat Snoep alleen mooie tekeningen maakt, vergist zich. “Ik ga heel ver in de uitvoering. Ik controleer alle afmetingen, bestel materialen, ga mee om een werkblad uit te zetten. Na het stuken kom ik terug om opnieuw te meten. Op de dag van levering ben ik erbij, ik bespreek het ontwerp met monteurs en neem zelfs afval mee. Daarna check ik of de keuken netjes staat. Ook van mijn leveranciers verwacht ik topkwaliteit: van verpakking tot het neerleggen van gereedschap op een kleed. Het moet verzorgd zijn.”
“Mijn klanten investeren namelijk flink. Keukens van 70.000 tot 100.000 euro zijn geen uitzondering. Dan móet je optimale service leveren. Mijn keukens beginnen bij 35.000 euro, maar ook die krijgen dezelfde aandacht.”
“Of iemand nu schathemeltjerijk is of niet, je moet respect hebben voor iemands zuurverdiende geld. Of ze nu tonnen uitgeven of de helft: ik wil dat ze blij zijn. Uiteindelijk is dat de beste reclame. Mijn naam staat op het ontwerp, dus ik wil dat het klopt – tot in de kleinste details.”
Inventief interieur
Een interieurarchitect klopte voor een project in Arnhem aan met een uitdaging. “De wens van de klant was een enorm kookeiland met spoelbak en cocktailbar en een hoop werkruimte. Alleen, dat kwam niet tot zijn recht in die ruimte en het paste gewoon niet bij de klant.”
“Je kunt niet alles in een kookeiland stoppen, omdat je de kastenwand leeg wilt houden van apparatuur. Ik ontwierp een cocktailbar tegen de wand. Wanneer je deze niet gebruikt, is het extra werkruimte. De bar oogt als een meubel, met verstek gezaagde panelen en greeploze deuren. Het kookgedeelte plaatsten we wél in het schiereiland, zodat er interactie met de woonkamer is. Zo ontstond een balans tussen design en functionaliteit.”
Penthouse in Weerd
Een andere opdracht betrof een penthouse boven in een woontoren in Weerd. “De achthoekige ruimte moest een keuken krijgen die níet als keuken oogde, maar louter als meubel. De ruimte had echter beperkingen”, herinnert Snoep zich.
“Uiteindelijk kozen we voor een kookeiland van twee blokken met een houten element ertussen, als verbindend accent. Voor de kastenwand koos ik een 135-graden hoek, perfect passend in de ruimte.”
“De deuren kregen een houten greep van onder tot boven, mee gespoten in de kleur. Praktisch voor de bewoonster, die reuma heeft, en esthetisch versterkte het de hoogte.”
“Aanvankelijk waren er geen bovenkasten voorzien, maar dat bleek onpraktisch. Dus voegde ik kasten met geïntegreerde verlichting toe, in een ander materiaal: geribde deurfronten. Zo kreeg de keuken meer gelaagdheid en designwaarde, zonder in te boeten op bruikbaarheid.”
“Uit dit voorbeeld blijkt ook weer dat klanten iets kunnen wensen, maar soms past dat helemaal niet bij hoe ze wonen. Het is dan de truc om die twee elementen samen te laten komen.”
Inspiratie uit België
Corné Snoep houdt van details die een ontwerp bijzonder maken. Inspiratie haalt hij bijvoorbeeld uit het volgen van Belgische en Australische collega’s. “Altijd op zoek naar iets bijzonders, iets dat prikkelt. Mijn doel is dat mijn klanten straks in hun keuken staan en denken: dit is écht anders, dit past bij ons.”
Daarom kan ik bijvoorbeeld de Tangram van het merk Cesar Cucine waarderen. Dat is een fantastisch eiland met ronde vormen. Maar zo’n Italiaans topstuk kost al snel 60.000 à 70.000 euro.”
“De rondingen van Cesar zijn dan ook waanzinnig complex om te maken, maar daarom wel echt uniek. Daar hou ik dus van! Als je dit koopt, heb je echt een bijzondere keuken.”
Nieuwe start
Sinds zijn officiële herstart in augustus 2025 timmert Snoep hard aan de weg. “Via social media en mijn netwerk weten klanten me goed te vinden. Sommige vrienden en kennissen hebben bewust gewacht tot mijn concurrentiebeding voorbij was om met mij in zee te gaan. Dat gaf een vliegende start.”
Na jaren van obstakels en beperkingen voelt de keukenarchitect zich vrijer dan ooit. “Het is hard werken, maar dit is míjn pad. Het was moeilijk om het bedrijf met mijn broer achter mij te laten, maar ik ben enorm opgelucht. Nu kan ik eindelijk weer voluit vooruit. ”